In 2023 ervaarde 38 procent van de volwassen Nederlanders bezwaren tegen de kosten van sporten, wat meer is dan in 2019 en 2021. Ongeveer 35 procent van de huishoudens gaf minder uit aan sport en aanverwante activiteiten dan het voorgaande jaar. Echter, bezuinigingen waren vaker gericht op uitgaan (47%), eten/drinken buitenshuis (44%), en vakanties/weekendjes weg (37%). Hoewel meer mensen de kosten voor sporten als bezwaarlijk beschouwen, staat sport niet bovenaan het lijstje van bezuinigingen voor huishoudens in de afgelopen vier jaar.
Een kwart van de niet-sporters (23%) zou overwegen te sporten als het aanbod gratis was, maar 77 procent zou nog steeds niet gaan sporten. Als sport gratis was, zou 46 procent van de Nederlanders (vaker) sporten. Gratis sportaanbod lijkt echter niet op grote schaal nieuwe sporters aan te trekken. Onderzoek suggereert dat kosten niet de voornaamste drempel vormen voor sportdeelname. Een vergelijkbaar project in het Verenigd Koninkrijk, het Free Swimming Programme, stopte voortijdig omdat het weinig niet-sporters in beweging bracht. Mensen die al regelmatig zwembaden bezochten, maakten vaker gebruik van het gratis aanbod.
De relatie tussen sporten en de financiële aspecten wordt nader onderzocht in een nieuw project van ZonMw, als onderdeel van het MOOI in Beweging-programma, dat meer inzicht moet verschaffen over de betaalbaarheid van sport.