Sinds de start van het seizoen gelden er een aantal nieuwe regels bij het waterpolo. Het belangrijkst zijn waarschijnlijk de nieuwe regels omtrent de tweemeterlijn. Via verschillende video’s heeft de KNZB gepoogd de nieuwe regels uit te leggen. Het loont absoluut de video’s even door te scannen zodat je straks bij je volgende wedstrijden niet voor verrassingen komt te staan! Om je hier sneller doorheen te helpen, heb ik de belangrijkste veranderingen en regels in korte video’s voor je klaargezet. Wil je toch de complete video bekijken? Check dan hier.
Speelveldwijzigingen, in het kort: Dit gaat over de doelgebied, een nieuw gebied twee meter buiten de palen en twee meter voor het doel. Hierbinnen gelden een aantal nieuwe regels (zie onderstaand).
Aanvallers in het doelgebied, in het kort: Een overtreding wordt alleen geteld als deze plaatsvindt achter de ballijn. Buiten het doelgebied en binnen het tweemetergebied worden geen fouten geteld. Bovendien mag elke aanvaller zich in het doelgebied bevinden, zolang ze maar achter de ballijn blijven.
Het nemen van een vrije worp, met inachtneming van het doelgebied, in het kort brengt deze nieuwe regel twee situaties met zich mee:
- Een vrije bal in het doelgebied houdt in dat de bal genomen wordt op de tweemeter lijn, ter hoogte van de locatie van de bal.
- Een vrije bal buiten het doelgebied betekent dat de bal wordt genomen op de plaats waar deze zich op dat moment bevindt.
Conclusie: De bal wordt altijd genomen buiten het doelgebied, ongeacht de situatie.
Counteraanvallen, in het kort: Bij een counteraanval geldt dat een speler die in een voordelige positie verkeert, niet verplicht is om zijn voordeel op te geven om naar de bal toe te gaan en de vrije worp, doelworp of hoekworp te nemen. In plaats daarvan kan de eerstvolgende speler van het team die zich het dichtst bij de bal bevindt deze nemen, zolang dit geen onnodige vertraging van het spel veroorzaakt.
Nieuwe regels voor keepers met het doelgebied, in het kort: Wanneer de keeper een fout maakt zoals het onderduwen van de bal, binnen zijn eigen zesmeter gebied (uitgebreid doelgebied), wordt dit beschouwd als een strafworpfout. Deze regel is van toepassing op fouten binnen het gebied vlak voor het doel, dat zich uitstrekt tot twee meter van beide doelpalen en tot aan de zesmeterlijn.
Impeding, in het kort: Tijdens het spel zullen we fluiten voor “impeding” wanneer een fout ervoor zorgt dat een speler zijn vrije beweging niet kan maken. Het concept van “impeding” heeft drie doelen voor ogen: ten eerste het beschermen van de vrije beweging van spelers en het benutten van het voordeelbeginsel. Ten tweede het waarborgen van de vaardigheden van spelers om het spel aantrekkelijker te maken. En ten derde het ontmoedigen van agressief spel. We streven naar een waterpolospel dat sneller, dynamischer en aantrekkelijker is, met minder nadruk op fysiek contact.
Uitgestelde beslissing voor strafworpen, in het kort: Een strafworpfout wordt toegekend wanneer een verdedigende speler binnen het zesmetergebied een overtreding begaat om een op handen zijnd doelpunt te voorkomen. In zo’n geval heeft de scheidsrechter de mogelijkheid om het fluiten voor de strafworp even uit te stellen en af te wachten of de aanvaller in dezelfde beweging daadwerkelijk een doelpunt maakt. Indien de aanvaller niet tot scoren komt, moet de scheidsrechter alsnog de strafworpfout bestraffen. Dit wordt aangegeven door de scheidsrechter die zijn arm omhoog steekt als teken dat er sprake is van een uitgestelde strafworpfout.