We weten dat bij ieder kind het zwemtraject anders verloopt. Hetzelfde geldt ook voor de begeleiding van het kind en de betrokkenheid van ouders. De ene ouder heeft nou eenmaal meer geduld dan de andere. Uiteraard heeft dit ook weer te maken met meerdere factoren. Zien ouders de zwemles als een sport en positieve activiteit of meer als moeten. Is het kind extreem angstig omdat het weinig heeft gezwommen met de ouders of heeft het kind een traumatische ervaring. Of misschien is het al het derde kind op rij dat naar zwemles gaat en is er niet zoveel aandacht besteed aan de watergewenning.
Motivatie
Er zijn ook ouders langs de badrand die aangeven dat hun kind de zwemles eigenlijk niet meer zo leuk vindt en vragen hoe lang het nog gaat duren. Dat terwijl in de ogen van de lesgever het prima gaat. Hun kind maakt een duidelijke vooruitgang en beleeft plezier aan de zwemles. En dus heeft de lesgever niet echt het idee dat de motivatie van het kind het probleem is.
Negatief effect
Kinderen kopiëren hun ouders. Ze handelen (vaak) naar wat de ouder uitspreekt en het gevoel dat de ouder meegeeft. Als een ouder niet meer positief is en de zwemles ziet als een last, en dit dus ook uitstraalt en ook nog eens uitspreekt, neemt het enthousiasme bij het kind ook snel af. Ouders die zeggen blij te zijn als de zwemles voorbij is, dragen niet bij aan de motivatie van een kind. Het kind gaat erover gaan nadenken en met minder plezier de les binnen komen. Het voelt onbewust de druk en zal minder gaan presteren. Negatieve gevoelens en uitingen van ouders hebben daarmee een negatief effect op het leertraject.
‘Heerlijk je mag weer lekker zwemmen!’
Vaak zijn ouders zich hiervan niet bewust. Aan ons daarom de taak om een ouder hier bewust van te maken. Hoe minder druk van de ouder, hoe eerder en makkelijker een kind progressie zal maken. Het kind kan er niet zoveel mee als een ouder geen zin meer heeft in de zwemlessen. Zij kunnen er uiteindelijk ook vaak niks aan doen dat ze het spannend vinden en angstig zijn, dat de zwemles eigenlijk niet past in de drukke werkweek van hun ouders of ze al het derde kind in het gezin zijn dat óók nog op zwemles moet. Waar zij wel wat mee kunnen? Met ouders die het zien als een feestje: ‘heerlijk je mag weer lekker zwemmen!’.
Deze column is geschreven door Britt Klaassen-Anholts, zwemonderwijzer en docente bewegingsonderwijs.